Toelichting beschikbaar (Rijksoverheid) omtrent medicinale cannabis in het verkeer

10 november 2021

Stichting PGMCG is vanaf begin speekseltest in 2017 betrokken bij de verandering voor uitzondering patiënten die medicinale cannabis gebruiken in het verkeer.

Begin december 2020 hebben we een brief gestuurd naar de vaste commissies van Infrastructuur en Waterstaat, alsmede Justitie en Veiligheid, alsmede Volksgezondheid, Welzijn en Sport, betreffende uitzondering in het verkeer voor patiënten die cannabis als medicijn gebruiken.

21 Maart hebben we hier een uitgebreide reactie op gekregen Communicatiebrief Medicijngebruikers in het verkeer – PGMCG

Hierin is gevraagd of we dit op onze website willen plaatsen, zodat patiënten op de hoogte zijn.

Omdat er relatief weinig medicijngebruikers onterecht in het strafrecht terechtkomen, vindt men een uitzondering blijkbaar niet nodig!

In het laatste overleg met de commissies zes maanden geleden is besproken dat er een document zou komen, wat ondertekend kan worden door de arts, om aan te tonen dat je officieel medicinaal gebruiker bent. Tot op heden niks meer van vernomen. Hier mails over gestuurd en we wachten nog steeds op antwoord.

De KNMP ontwikkeld per geneesmiddel advies met betrekking tot de rijvaardigheid.

Het geneesmiddeladvies voor dexamfetamine, morfine en medicinale cannabis conflicteert echter met de wettelijk opgestelde grenswaarden voor drugs in het verkeer.

Op Rijksoverheid.nl is daarom recent een toelichting verschenen op de werkwijze in de praktijk.

Hierin staat bijvoorbeeld dat de patiënt met de apotheker de bijwerkingen van deze middelen en de invloed hiervan op de rijvaardigheid kan bespreken.

In 2017 zijn er wettelijke grenswaarden opgesteld voor drugs in het verkeer. Deze grenswaarden gelden voor dexamfetamine, morfine en medicinale cannabis.

Dit is ook het geval wanneer deze middelen op recept zijn voorgeschreven.

In de praktijk conflicteert het geneesmiddeladvies van de KNMP met de wettelijk opgestelde grenswaarden.

Het advies voor deze middelen luidt namelijk dat de patiënt na een bepaalde periode weer mag rijden.

Dit kan voor verwarring zorgen.

Daarom is op Rijksoverheid.nl recent een toelichting verschenen op de werkwijze in de praktijk.

Lees hier de toelichting op rijksoverheid

Controle op drugs- en medicijngebruik in het verkeer
De politie kan verkeersdeelnemers controleren op drugs- of medicijngebruik. Bijvoorbeeld tijdens een verkeerscontrole. Ook als agenten aanwijzingen zien van onveilig rijgedrag of uiterlijke kenmerken die wijzen op drugsgebruik kunnen zij controleren.

Bij zo’n controle neemt de politie een speeksel- of psychomotorische test af. Bij een psychomotorische test kijkt de politie naar de oog- en spraakfunctie en het gedrag om te bepalen of de bestuurder onder invloed is.

Er zijn medicijnen die stoffen bevatten die ook in drugs zitten. Dit zijn medicinale cannabis, dexamfetamine en morfine. Voor deze middelen zijn grenswaarden vastgesteld voor gebruik in het verkeer. Heeft u meer van deze stof gebruikt dan de vastgestelde grenswaarde toestaat? Dan mag u niet rijden.

Vermoedt de agent dat de bestuurder onder invloed is van een stof? Dan moet de bestuurder mee naar het bureau voor een bloedtest. Gebruikt u medicijnen? Dan kunt u dit zeggen. De agent zet dit in het proces-verbaal, maar gaat wel verder met de controle.

Vervolging van de bestuurder
Het Openbaar Ministerie (OM) beslist uiteindelijk of de bestuurder vervolgd wordt. Een vervolging gebeurt bijvoorbeeld wanneer de medicijngebruiker geen doktersrecept kan insturen. Ook als het medicijn is gebruikt in combinatie met drugs of alcohol wordt de bestuurder vervolgd. Of wanneer hij een hogere dosering heeft genomen dan voorgeschreven en toch is gaan rijden. In dat geval vormt hij een risico voor de verkeersveiligheid.

Verzekerd zijn als medicijngebruiker bij het veroorzaken van een verkeersongeval
Als bestuurder kunt u schade veroorzaken aan uw eigen voertuig en aan anderen. Een verzekeringsmaatschappij keert de schade over het algemeen uit als u daarvoor verzekerd bent. In het algemeen geldt dat u verzekerd bent als u gewend was aan uw medicatie én u de medicijnen volgens doktersvoorschrift gebruikt. Vraag na bij uw verzekeringsmaatschappij wat voor u als medicijngebruiker geldt.

De grenswaarden

Besluit van 14 december 2016, houdende regels over de voorlopige onderzoeken en de vervolgonderzoeken die ter vaststelling van het gebruik van alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer kunnen worden ingezet en aanwijzing van de drugs waarvoor grenswaarden gelden en aanwijzing van de grenswaarden voor enkelvoudig en gecombineerd gebruik van drugs en van drugs en alcohol of geneesmiddelen (Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer)

Artikel 1
In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. opsporingsambtenaar:
een opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en een buitengewoon opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 159, eerste lid, onder a, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 86, eerste en tweede lid, van de Spoorwegwet, artikel 45, eerste en tweede lid, van de Wet lokaal spoor en artikel 11.3, eerste lid, van de Wet luchtvaart;
b. bloedonderzoek:
een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b, derde lid, onder b, of vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 27, tweede lid, onder b, van de Scheepvaartverkeerswet, artikel 4, tweede lid, onder b, van de Spoorwegwet, artikel 41, tweede lid, onder b, van de Wet lokaal spoor of artikel 2.12, derde lid, onder b, van de Wet luchtvaart dat betrekking heeft op het gebruik van alcohol of een of meer van de in artikel 2 aangewezen stoffen;
c. aanvullend bloedonderzoek:
een onderzoek dat betrekking heeft op het gebruik van andere stoffen dan de in onderdeel b bedoelde stoffen.
§ 2. Aanwijzing van de drugs waarvoor grenswaarden gelden en aanwijzing van de grenswaarden voor enkelvoudig en gecombineerd gebruik van drugs en van drugs en alcohol of geneesmiddelen

Artikel 2
Als stoffen als bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 worden aangewezen: amfetamine, methamfetamine, cocaïne, MDMA, MDEA, MDA, cannabis, heroïne, morfine, GHB, gamma butyrolacton en 1,4-butaandiol.

Artikel 3

1. De grenswaarden voor de in artikel 2 aangewezen stoffen zijn, indien zij enkelvoudig zijn gebruikt en gemeten in geval van:

a. amfetamine, methamfetamine, cocaïne, MDMA, MDEA en MDA: 50 microgram amfetamine, methamfetamine, cocaïne, MDMA, MDEA of MDA per liter bloed;
b. cannabis: 3,0 microgram tetrahydrocannabinol per liter bloed;
c. heroïne en morfine: 20 microgram morfine per liter bloed;
d. GHB, gamma butyrolacton of 1,4-butaandiol: 10 milligram GHB per liter bloed.

2. Indien een van de in artikel 2 aangewezen stoffen is gebruikt en gemeten in combinatie met een of meer andere van deze stoffen, alcohol of met een andere stof als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, is de grenswaarde voor iedere in het eerste lid genoemde stof en alcohol in geval van:

a. amfetamine, methamfetamine, MDMA, MDEA of MDA: 25 microgram amfetamine, methamfetamine, MDMA, MDEA of MDA per liter bloed of 50 microgram voor de som van deze amfetamine-achtige stoffen indien een van deze amfetamine-achtige stoffen met een of meer andere van deze amfetamine-achtige stoffen is gebruikt en gemeten;
b. cannabis: 1,0 microgram tetrahydrocannabinol per liter bloed;
c. cocaïne, heroïne en morfine: 10 microgram cocaïne of morfine per liter bloed;
d. GHB, gamma butyrolacton of 1,4-butaandiol: 5,0 milligram GHB per liter bloed;
e. alcohol: 0,2 milligram ethanol per milliliter bloed.

Bron

Lees ook