Italië vraagt om extra levering Medicinale Cannabis uit Nederland
Ondanks dat medicinale cannabis hier al sinds 2003 beschikbaar is op recept in de apotheek, is de vraag hiernaar in het buitenland hoger dan in Nederland. Vanuit Nederland levert men aan Duitsland, Finland, Italië en in mindere mate aan Polen, Israël, Zweden, Noorwegen, Zwitserland, Finland, Australië, Denemarken, Macedonië en Groot Brittannië (voornamelijk voor onderzoeken). Aangezien de vraag uit het buitenland steeds groter wordt is het toch aannemelijk dat cannabis steeds meer erkend wordt als medicijn. Hoe kan dit minister Bruins dan ontgaan? En hoeveel bewijs is er nog nodig zodat er weer vergoeding plaats kan vinden door de zorgverzekering?
Ondertussen worden hier in Nederland alle regels aangescherpt, zijn er geen nieuwe soorten bijgekomen, wordt het nog maar bij een paar patiënten uit coulance vergoed en het aantal onderzoeken die vanaf 2003 in Nederland zijn gedaan is schandalig weinig.
Het wordt tijd dat er ook geluisterd wordt naar de patiënt. Gelukkig staan steeds meer artsen achter het gebruik van cannabis en we hopen dat dit de komende jaren vooral toe gaat nemen. We verdienen erkenning! We zijn geen criminelen, maar mensen die lijden aan ziektes en aandoeningen die een menswaardig bestaan willen leven.
Op 26 april 2018 informeert Minister Bruins (Medische Zorg en Sport) de Tweede Kamer over het verzoek van Italië voor de levering van extra medicinale cannabis in 2018 en 2019.
Nr. 479 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 april 2018
Bij deze wil ik uw kamer informeren over de levering van extra medicinale cannabis aan Italië.
Achtergrond
Medicinale cannabis is sinds 2003 in Nederland via de apotheek verkrijgbaar.
Het Bureau voor Medicinale Cannabis (BMC) is als overheidsorganisatie verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van medicinale cannabis in Nederland. De medicinale cannabis is van constante farmaceutische kwaliteit en voor patiënten op recept beschikbaar in de apotheek. De medicinale cannabis wordt ook gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden en productontwikkeling. Ook patiënten in andere landen, zoals Finland en Duitsland, vragen om medicinale cannabis van BMC voor behandeling van hun aandoening. Met een importvergunning van het desbetreffende land is Nederland bereid om aan deze vraag te voldoen. BMC heeft een interne richtlijn opgesteld voor de export van medicinale cannabis dat beschikbaar is voor buitenlandse patiënten. Om deze export beperkt te houden is het vaste praktijk dat per land een maximale hoeveelheid van 100 kg per jaar kan worden geëxporteerd voor maximaal drie achtereenvolgende jaren. Daarna wordt het land geacht een eigen productievoorziening te hebben opgezet. Er zijn verschillende landen (Polen, Israël, Zweden, Noorwegen, Zwitserland, Finland, Australië, Denemarken, Macedonië en Groot Brittannië) aan wie Nederland op het moment (ruim) minder dan 100 kg medicinale cannabis exporteert.
Groeiende vraag
Sinds 2006 is de vraag naar medicinale cannabis in Nederland geleidelijk toegenomen. Het aantal Nederlandse patiënten dat medicinale cannabis op recept krijgt voorgeschreven is toegenomen van ca. 450 in 2006 naar momenteel ca. 1.800. Ook het aantal buitenlandse patiënten dat medicinale cannabis uit Nederland gebruikt, is in deze periode gestaag gegroeid. De verwachting is dat het aantal patiënten de komende jaren zal blijven groeien. Naast het gebruik door patiënten wordt medicinale cannabis in toenemende mate gebruikt voor wetenschappelijk en klinisch onderzoek en voor de ontwikkeling van farmaceutische producten met medicinale cannabis als grondstof. Onderzoek is gericht op de behandeling van diverse therapeutische indicaties en op de dosering en toedieningsvorm van medicinale cannabis die het best past voor specifieke patiëntengroepen als kinderen met ernstige epilepsie, zoals cannabis-olie of kauwgom. Dit onderzoek leidt tot de ontwikkeling van farmaceutische producten. De door BMC gecontracteerde teler heeft in 2012 en 2015 besloten zijn productiecapaciteit te vergroten. De faciliteit die daartoe gebouwd is, kan modulair in gebruik worden genomen. Uitbreiding van de productiecapaciteit is nodig om aan de stijgende vraag voor wetenschappelijk en klinisch onderzoek en voor de ontwikkeling van farmaceutische producten met medicinale cannabis als grondstof te kunnen voldoen.
Verzoek uit Italië
Sinds 2011 exporteert BMC medicinale cannabis naar Italië bestemd voor Italiaanse patiënten die medicinale cannabis van hun arts voorgeschreven hebben gekregen. Italië heeft aangegeven nu zelf een productie faciliteit voor medicinale cannabis (Stabilimento Chimico Farmaceutico Militare – SCFM) te hebben. Deze productiefaciliteit is nog niet in staat om voldoende medicinale cannabis te produceren voor de Italiaanse patiënten. De Italiaanse autoriteiten hebben mijn ambtsvoorganger in augustus 2017 het verzoek gedaan om, totdat Italië hun patiënten zelf kan voorzien, hen te helpen door de komende drie jaar bovenop de 100 kg medicinale cannabis, die zij jaarlijks al ontvangen, nog eens 150 kg extra medicinale cannabis te mogen ontvangen voor het gebruik door patiënten. Daarover heeft mijn ambtsvoorganger u in september vorig jaar geïnformeerd.
Recentelijk heeft Italië gevraagd om bovenop de 150 kg medicinale cannabis die hen vorig jaar is toegezegd nog eens 150 kg extra zouden willen ontvangen in 2018 en 2019.
Italië gaat er nog steeds vanuit dat zij over twee tot drie jaar voldoende medicinale cannabis produceren voor hun eigen patiënten. Naast de 100 kg die Italië al jaarlijks ontvangt betreft het verzoek aan Nederland derhalve de levering van 300 kg extra dus een totale levering van 400 kg per jaar voor 2018 en 2019.
De overcapaciteit die op het moment aanwezig is bij de Nederlandse teler kan worden ingezet om aan het verzoek dat Italië aan Nederland heeft gedaan te voldoen. Levering aan Italië heeft geen budgettaire gevolgen, omdat extra kosten worden gedekt met de inkomsten uit de toegenomen afzet.
In overleg met BMC heb ik besloten om dit verzoek van Italië in te willigen en daarmee van de vaste praktijk af te wijken, zoals ik eerder op verzoek van Duitsland ook heb gedaan. Daarover heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd op 2 december 2016 (Kamerstuk 29 477, nr. 400).
Ik hoop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins